In de jaren dat ik les gaf in wereldgodsdiensten op een basisschool, bracht ik met groep 8 een bezoek aan de synagoge. Begrijpelijkerwijs aarzelden de moslimjongetjes van de klas met het opzetten van een keppeltje op hun hoofd. Prachtig was de uitleg van diegene die ons rondleidde in de synagoge.
“Ik snap dat jullie het vreemd vinden, maar het opzetten van een keppeltje betekent niet dat je Joods bent of wilt worden. Als wij naar jullie moskee gaan, doen wij ook onze schoenen uit. Dat is jullie regel. Het is uit respect voor jullie godsdienst dat we dat doen. Precies zo is dat met dit keppeltje, je doet dat vanuit respect voor de godsdienst van een ander.” Dit was genoeg en alle kinderen genoten van de rondleiding in de synagoge. Evenals een aantal weken later van de rondleiding in de moskee. Zonder schoenen.
Deze week een tekst over Hindoeïsme. Van de 5 meest bekende godsdiensten, is het Hindoeïsme de oudste. Het onderstaande stukje is afkomstig uit het lesboek Geestelijke stromingen van A. Holster en J. Zeilstra, met medewerking van A.H. Lunenberg.
♥♥♥
Hindoes noemen God Brahman, maar ook de Ene, het Al, de almachtige, de Oneindige. Maar deze ene God heeft verschillende vormen, verschillende aspecten.
God als schepper noemen de hindoes: Brahma
God als Onderhouder noemen hindoes: Vishnu
God als Vernietiger noemen hindoes: Shiva.
Deze drie aspecten vormen een soort drie-eenheid. Het zijn niet drie goden. Het zijn drie verschillende namen voor één en dezelfde God, Brahman.
Brahman is dus het Goddelijke. Het Atman, is het Goddelijke in alles wat is geschapen. Ook het Atman is een aspect van Brahman en is er onlosmakelijk mee verbonden. Volgens een hindoe is alles wat geschapen is, doordrongen van het Goddelijke. Bergen, bomen, dieren, de zeeën en ook de mensen.
Het Atman wordt uitgelegd met een voorbeeld:
Er was eens een jongen die wijze lessen kreeg van zijn vader. De vader probeerde zijn zoon uit te leggen wat Atman is.
‘Haal eens een kom met water en een handvol zout’, zei de vader. De jongen deed het. ‘Gooi het zout nu in het water en dan kijken we morgenochtend wat er is gebeurd.’
De volgende morgen zei de vader: ‘Geef mij het zout eens dat je gisteren in het water hebt gedaan.’ De jongen keek eerst verbaasd, maar gaf zijn vader toen de kom met water. ‘Het zout zit hierin vader, maar het is natuurlijk opgelost.’
Toen zei de vader: ‘Drink maar een slok van het water. Hoe smaakt het?’ De jongen proefde het water. ‘Het smaakt zout.’ ‘Goed,’ zei de vader ‘gooi het water nu maar weg’. De jongen gooide het water op de grond.
Langzaam sijpelde het water weg tussen het zand. De vader vroeg de zoon: ‘Waar is het zout nu gebleven?’
‘Overal,’ zei de jongen. ‘Op de grond, tussen de stenen, in dat kleine plasje water dat daar nog ligt, overal. Maar toen ik zelf van het water proefde, kwam er ook een beetje zout in mij’.
‘Zo is het,’ zei de vader ‘en zo is het ook met het Atman. Het is overal, ook in jou. Je kunt het niet zien, maar het is er wel.’
♥♥♥
Wonderlijk om te zien hoe de opvattingen van deze eeuwenoude religie terug te zien zijn in de hedendaagse spiritualiteit. Het goddelijke zit in jou! Het is overal. Het omringt je, draagt je, voedt je, en je komt het tegen in de ander en in jezelf. Duizelingwekkend!!
Volgende keer meer over die hedendaagse spiritualiteit, over wie wij werkelijk zijn.