Onderstaande tekst is geschreven door Desmond Tutu. Het is een tekst die mij met ontzag vervult als je nagaat wat deze man te verduren heeft gehad. Zijn leven en dat van zijn familieleden en andere zwarte mensen liep gevaar. En dat alleen omdat zijn huidskleur zwart was en hij op kwam tegen de ongelijkheid en discriminatie hiervan! Een stukje geschiedenis dat wij als Nederlanders liever vergeten. De tekst is afkomstig uit het boek ‘God heeft een droom’. Uitgeverij J.H. Gottmer.
(En voor ‘God’ kun je ook Allah, JHWH, Brachman, Boeddha of Universum invullen.)
♥♥♥
Geliefd kind van God,
God heeft een droom voor jou en een droom voor mij, een droom voor ons allemaal. ‘Ik heb een droom’, zegt God. ‘Help me alsjeblieft die te verwezenlijken. Het is een droom over een wereld waarin alle lelijkheid, ellende en armoede, oorlog en vijandigheid, hebzucht en harde concurrentiestrijd, vervreemding en onenigheid worden veranderd in hun glorieuze tegendeel; een wereld waarin meer wordt gelachen, waarin vreugde en vrede overheersen, een wereld gekenmerkt door rechtvaardigheid en goedheid en mededogen en liefde en zorgzaamheid en de bereidheid tot delen. Ik heb een droom waarin het zwaard wordt omgesmeed tot ploegscharen en speren tot stoksnoeimessen; een wereld waarin Mijn kinderen weten dat ze behoren tot één familie, de menselijke familie, Gods familie, Mijn familie.’
God kent geen buitenstaanders. Iedereen hoort erbij. Zwart en blank, rijk en arm, homo- en heteroseksueel, Jood en Arabier, Palestijn en Israëli, rooms-katholiek en protestant, Serviër en Albaniër, Hutu en Tutsi, moslim en christen, boeddhist en hindoe, Pakistaan en Indiër, ze behoren allemaal tot die ene familie.
Soms shockeerden we ze thuis in Zuid-Afrika als we zeiden dat de minister-president van de apartheid en ik broeders waren, of we dat nu leuk vonden of niet. Ik kon niet anders dan hem alle goeds wensen en bidden voor hem. Jezus zei: ’Als ik ten hemel ga, zal ik allen tot mij nemen – niet sommigen, maar allen.’ Hiermee deed Jezus een radicale uitspraak. Wat hij zei was dat we allemaal deel uitmaken van één familie. We horen bij elkaar. Dus Arafat en Sharon horen bij elkaar. Ja, George Bush en Osama Bin Laden horen bij elkaar. God zegt: ‘Jullie zijn Mijn kinderen, allemaal’. Dat is schokkend. Dat is ongekend.
Het mooie van familie is dat er niet van je wordt verwacht dat je alles voor zoete koek slikt. Toon mij een echtpaar dat zegt dat het nog nooit onenigheid heeft gehad, en ik toon je een paar volleerde leugenaars. Maar dit soort onenigheden – zo helpe ons God – tasten normaal gesproken de eenheid van familie niet aan. Zo zou het ook moeten zijn met Gods familie. We hoeven niet voortdurend in volledige overeenstemmingen beslissingen te nemen of consensus te bereiken over ieder onderwerp. Wat we nodig hebben is respect voor elkaars standpunten. We moeten elkaar niet met onwaardige motieven om de oren slaan of elkaars integriteit in twijfel trekken. Onze volwassenheid wordt zichtbaar in ons vermogen om ondanks onze meningsverschillen van elkaar te blijven houden, voor elkaar te blijven zorgen, liefde te blijven geven en altijd het hogere belang van de ander te zien.
Familieleden zorgen voor elkaar en tonen mededogen. Ik hoop en bid vurig dat ons de schellen van de ogen zullen vallen en dat we elkaar in onze ware gedaante gaan zien, dat we elkaar niet meer zullen beschouwen als blank of zwart, hindoe, boeddhist, christen, moslim of jood, maar als een broeder, als een zuster, en dat we elkaar als zodanig zullen behandelen. Als we ons gezamenlijk mens-zijn maar zouden erkennen, als we maar zouden erkennen dat we echt bij elkaar horen, dat we alleen samen kunnen overleven, alleen samen mens kunnen zijn, dan zou er een prachtige wereld ontstaan waar we in eensgezindheid kunnen leven, als leden van één familie, de menselijke familie, Gods familie. Dan zou een ware transfiguratie plaatsvinden. Gods droom zou werkelijkheid worden.
Desmond Tutu
♥♥♥
Deze tekst stond eigenlijk niet gepland voor vandaag, maar door de gebeurtenissen in Parijs heb ik hiervoor gekozen ipv de geplande tekst. Hij is geschreven in 2004 en onverminderd actueel. Als je IS en de wereldleiders, Wilders en de vluchtelingen, jij en ik, toevoegt aan de rij die Tutu noemt; blank en zwart, moslim en christen, Jood en Arabier, is dit heel duidelijk. Het is schokkend en ongekend, maar wij horen bij elkaar. Misschien een uitdaging om als reactie op de gebeurtenissen van de afgelopen dagen te doen wat Desmond Tutu deed. Bidden voor de man (mensen) die hem en zijn zwarte medemensen naar het leven stond(en). Bidden voor de mensen die ons, of onze medemensen naar het leven staan, bidden voor onszelf en al onze medemensen. Tutu zei niet, ‘Als zij, de blanken, nu maar eens anders zouden doen’. Tutu begon zelf en riep zijn medemensen op hetzelfde te doen. Die roep klinkt onverminderd voort. Laten we toch echt anders naar elkaar kijken.
Namaste,
Greetje
Desmond Mpilo Tutu (1931) is een Zuid-Afrikaanse geestelijke en mensenrechtenactivist. Ondanks dat zijn leven gevaar liep kwam hij op voor gelijkheid. Hij was de eerste zwarte aartsbisschop van de Anglicaans Kerk in Kaapstad en ontving voor zijn inspanningen in de strijd tegen de apartheid op 16 oktober 1984 de Nobelprijs voor de Vrede. Hij was voorzitter van de Waarheids- en Verzoeningscommissie, die na de val van het apartheidsregime ernaar streefde de verschillende bevolkingsgroepen in vrede met elkaar te laten leven.
Een bekend citaat van Tutu is: “Beter dan gerechtigheid in de vorm van vergelding, is gerechtigheid die tot verzoening leidt”.