De Ziel

Vandaag een tekst uit het boekt ‘Het Heilige in het Alledaagse, het Joodse spirituele pad van Mussar’. Geschreven door Alan Morinis. Uitgeverij Mastix. Het sluit prachtig aan bij de tekst van twee weken terug, over de helikopter, de Zon en haar stralen.

 ♥♥♥

Er zijn drie primaire aspecten van de ziel, hoewel de Mussar-leraren vast hebben gesteld dat dit slechts een manier van spreken is zodat wij het onderwerp kunnen begrijpen. In werkelijkheid is de ziel een onverdeeld geheel.

In de kern van de ziel zit de innerlijke dimensie genaamd neshamah; deze is van nature heilig en puur. Deze onbevlekte kern is de zetel van het ‘beeld en gelijkenis’ waarin wij zijn geschapen; deze kan niet besmeurd worden, zelfs niet door slechte daden. De Joodse poëet Moshe ibn Ezra, schrijft prachtig over de neshamah: In mijn lichaam heet Hij een lamp aangestoken vanuit Zijn glorie.
Sommigen zeggen: de neshamah is goddelijk; anderen stellen dat die rechtstreeks is verbonden met het goddelijke.

De volgende dimensie van de ziel wordt ruach genoemd, dat is het aspect van de ziel dat de bron is van de levendigheid en kracht.

Nefesh, het derde aspect van de ziel, is de meest zichtbare en toegankelijke voor ons. Hier vinden we alle gewone menselijke eigenschappen, zoals boosheid en liefde, vertrouwen en ongerustheid, vrijgevigheid en gierigheid, trots en nederigheid, enzovoort. Terwijl de neshamah eeuwig en altijd zuiver is registreert de nefesh-dimensie het goede en het verkeerde dat we in ons leven doen en dat kan worden gezuiverd of bezoedeld door onze acties.

De boodschap is dat ieder van ons bij de geboorte wordt uitgerust met de volledige reeks menselijke eigenschappen.  De meest boze persoon heeft bijvoorbeeld een overmaat van de eigenschap van boosheid, maar Mussar benadrukt dat er tenminste een bepaalde mate van kalmte moet zijn binnen in deze boze ziel. Er moet dus ook een sprankje boosheid zitten in zelfs het meest kalme individu. De gierigste persoon heeft toch nog een graantje vrijgevigheid, enzovoort. Dit geldt voor alle eigenschappen. Het gaat er niet om of we de eigenschappen hebben – ieder van ons heeft ze allemaal -, maar in welke mate ze aanwezig zijn. Ook moeten we niet ambiëren om onszelf te ontdoen van bepaalde eigenschappen. Iedere eigenschap heeft zijn eigen rol, hoewel bepaalde eigenschappen in een te grote of te kleine mate in ons bestaan. Dat is datgene wat ons spirituele leerplan bepaalt.

Zeer opmerkelijk binnen dit Mussar-perspectief is de bevestiging dat in de kern de ziel reeds puur en heilig is. Hoe kan het anders, aangezien ons verteld wordt in niet mis te verstane taal in de Torah dat we zijn geschapen ‘naar het beeld’ en ‘gelijkenis’ van God? Toch is in de werkelijkheid van onze levens het stralende innerlijk vaak verborgen. Het heilige licht van de neshamah zou continue schijnen in onze levens, en via ons in de wereld, ware het niet dat de toestand van bepaalde innerlijke kwaliteiten van de nefesh-ziel, de uitstraling belemmert.
Karaktereigenschappen die niet in balans zijn, gedragen zich als sluiers die innerlijk licht blokkeren. Het probleem is nooit de innerlijke kwaliteiten zelf. Mussar leert ons dat alle menselijke kwaliteiten, zelfs boosheid, jaloezie en verlangens, intrinsiek niet ‘slecht’ zijn. Deze eigenschappen, die we slechte eigenschappen zouden kunnen noemen, hebben een positieve rol te spelen in onze levens, op de manier dat boosheid een belangrijk signaal is om in actie te komen als we geconfronteerd worden met onrechtvaardigheid. Ook jaloezie kan een sterk motiverende kracht zijn om goed te doen.
Maar als een zielseigenschap blijft bestaan in een extreme overvloed of tekort, wordt onze ingeboren heiligheid verhuld. Een eigenschap die neigt naar het extreme, aan welke kant van het spectrum dan ook, laat een sluier neerdalen die het innerlijke licht van de neshamah blokkeert.
Als je de heilige essentie van je innerlijk leven beschouwt als de zon, dan zijn de vele innerlijke eigenschappen van je Nefesh-ziel als het ware het weer. Iedere eigenschap die neigt naar de uiterste rand van de mogelijkheden – omdat je te boos, of te passief, te hebberig of te vrijgevig, te trots of te nederig bent -, is een wolk aan de hemel. Hoewel de zon blijft schijnen, is haar licht geblokkeerd.

Het Torah gebod om heilig te worden betekent niet dat je van hot naar haar moet hollen om dit of dat te verwerven. Integendeel, wat gevraagd wordt, is dat je je best doet de heilige puurheid die aangeboren is, te óntdekken. Door introspectie en zelfonderzoek kun je de eigenschappen identificeren die hinderpalen vormen in je leven; je hebt er teveel of te weinig van. Je bewust zijn van je innerlijke onbalans wijst je de weg naar het werk dat je kunt doen om deze uitdagende innerlijke kwaliteiten te transformeren. Hier is je spirituele leerweg. Hier is het pad van de ziel.
Alan Morinis

♥♥♥

Een tekst om stil van te worden, we mogen onze Heilige Puurheid die aangeboren is, óntdekken.  Het is er al lang, in ons, ons goddelijke deel, waarin we verbonden zijn met elkaar!

Ik ga de aankomende weken weer door met de uitdaging van de vorige column. Het zorgen-maken steekt nogal eens  de kop op. Maar… hoe troostend…, een beetje ervan, gemixt met vertrouwen, brengt volgens Mussar, Licht in de duisternis. Licht op onze neshamah-ziel.

Ik wens ook jou veel Licht toe.

Namaste,
Greetje