Thuiskomen bij jezelf

Vandaag een column van Jotika Hermsen, één van de vaste columnisten van de kracht van Liefde. Vanwege haar jarenlange inzet voor de verspreiding van de leer van de Boeddha ontving Jotika in 2005 de ‘Outstanding Woman in Buddhism Award’ van de Verenigde Naties. In 2008 verscheen haar boek ‘Botox of Boeddha’, het bevat een verzameling van de prachtige radiocolumns die Jotika maakte voor de Boeddhistische Omroep Stichting. Meer over Jotika vind je onder de button columnisten.

♥♥♥

Thuiskomen bij jezelf

Op weg naar Zwolle moet ik in Utrecht overstappen.

De servicemedewerker van de spoorwegen is geweldig. Buiten de trein klapt hij de brug uit en binnen vraagt hij mensen om de ‘gehandicapten’ plaats vrij te maken. Een Surinaams/Hindoestaanse familie heeft zich net genesteld en moet nu opstaan.  Ik zie hoe ze schrikken van die vraag en niet weten hoe vlug ze weg moeten komen. In het middenpad is nog plaats om te staan. Dit alles voor de mevrouw die binnenkomt met de rollator en daar moet zitten.

De plek overziende beduid ik dat ze niet weg hoeven te gaan. Ik kan op de rollator zitten dat is geen punt. Langzaam komen ze weer terug uit het midden- pad. Oma schuift met de boodschappen en neemt de jongste op schoot, maar die schiet er net zo vlug weer af.
Ondertussen heb ik me links naast een donkere man geïnstalleerd. Hij op een stoel, ik op de rollator. Even kruisen onze blikken. We beduiden dat het goed is dat ik daar zit. Hij zit met gevouwen handen. Hij kijkt uit het raam. Ik zie iets van droefenis. Ik mijmer over de dag die voorbij is en het weekend dat komen gaat. Thuiskomen bij jezelf is het thema. Thuiskomen bij jezelf. De trein raast voort.

Ik pak mijn iPhone en beantwoord vijf berichten. Het schokken van de trein houdt me bij de les. Hoe dan ook als ik klaar ben zeg ik tegen mijn buurman: ‘Sorry dat ik zolang bezig was met mijn mail.’
‘Oh, geeft niet’ zegt hij in gebrekkig Nederlands.
Ik vraag: ‘Moet U verder reizen dan Zwolle?’
Hij: ‘Kampen, Asiessss.’
Ik versta het niet en hij herhaalt. Nog een keer herhaalt hij en dan begrijp ik dat hij in het Asiel Zoekers Centrum in Kampen zit. Nu komt hij van Rotterdam waar hij in zijn huis gewerkt heeft. Over een paar maanden gaat hij verhuizen naar Rotterdam.
‘Mijn huis’ zegt hij en heel zijn gezicht glundert, ‘mijn huis.’ Hij pakt zijn iPhone en showt me zijn huis. Hij is het laminaat aan het leggen.
Ik vraag waar hij Nederlands leerde.
‘In het kamp’, zegt hij.  Met een beetje moeite kunnen we elkaar verstaan.
‘In zes maanden, allemaal naar school, vrouw en kinderen en mij, moet leren, beter…’

En dan valt Afghanistan.
‘Mijn baba had tien kinderen. Nu niet meer.’
‘Leeft je vader nog?’
‘Nee, dood door bominslag, weg. Broer benen kwijt.’ Hij wijst in zijn liezen. ‘We waren met 10 kinderen, nu ik alleen hier.’

Ik luister bewust en voel dat er iets gebeurt tussen ons.

‘Afghanistan niet goed’, zegt hij, ‘bommen Taliban.’ Hij schudt met zijn hoofd. ‘Baba weg.’
Ik vraag drie keer of hij gevlucht is met de kinderen? Ik weet niet of hij me niet verstaat maar hij zegt enkel ja, ja. Laat me de kinderen zien op zijn iPhone. Twee jongens, twee meisjes. Zijn vrouw? Zou die er niet zijn? Ik vraag of hij getrouwd is?
‘Ja, mijn vrouw ook hier. Ze is nooit naar school geweest. Moest altijd werken in groot huis. Wil niet naar buiten. Nu dichtbij naar Dronten geweest en zegt ‘O zo mooi’. Zijn gezicht klaart op. ‘Zwolle ook mooi. In kamp soms moeilijk met mensen uit zoveel landen. Ook ruzie, ook moeilijk.’
Ik vraag of hij moslim is.
‘Ja,’ na even: ‘Islam soms goed, soms niet goed.’
Ik reageer; ‘Echte religie gaat voor verbinding, voor goedzijn met elkaar, geen bommen.’
Hij kijkt droevig. Dan spreekt hij met overtuiging: ‘Islam soms niet goed. Allah goed.’

Ik durf niet verder te vragen. Allah goed, dat voelt positief. En ook het huis in Rotterdam en Aboutaleb? Hij steekt zijn duim op: ‘Goede man.’ Hij glimlacht.
‘Straks met kinderen in eigen huis.’

Thuiskomen dat is het thema. Als ik uit de trein stap met de rollator wacht hij me op om naar de lift te gaan. Hij moet naar spoor 12. Ik ga naar de uitgang.
Hij gaat straks in Rotterdam thuiskomen.

Voor mij is ons gesprek nu al een vorm van thuiskomen.

 

Jotika