Vandaag een prachtige tekst uit het nieuwste boek van Alexander Zöllner, ‘Moeiteloos Geluk’. Alexander is spiritueel leraar en oprichter van Art of Life, het opleidingsinstituut waar ik mijn opleiding non-duale coaching heb gevolgd.
♥♥♥
Schrijven over non-dualiteit betekent zeker weten dat je gaat falen. De taal leent zich uitstekend om objecten te beschrijven, maar non-dualiteit is geen object. De paradox is juist dat het niet-iets is en tegelijkertijd de bron en basis is van alle objecten die er zijn. Het manifesteert zich als dit universum, het is de ‘Grond’ waar alles uit voortkomt en ook weer in verdwijnt, het is ’God’, het Absolute, het Licht, Energie, de Geliefde, Brahman of welke andere naam er in de loop der tijd ook aan is toegekend in een poging om het onnoembare te benoemen. Maar welke aanduiding we er ook voor kiezen, het zijn slechts richtingwijzers, geen ervan representeert Dat.
Want non-duaal Bewustzijn is geen ‘ding’ zoals een tafel of een plant dat is. Het is ook geen gevoel of gedachte. We kunnen het niet aanwijzen, beetpakken of eromheen lopen. We kunnen het bestaan van non-duaal Bewustzijn via de normale ‘wetenschappelijke’ methoden niet eens bewijzen.
De reden voor de ongrijpbaarheid is, dat iedere aanduiding en elke wetenschappelijke benadering plaatsvindt in het omvattende en grenzeloze non-duale Bewustzijn en dus per definitie beperkter is dan Dat. Het is alsof de ijsschots in de oceaan probeert aan te tonen dat diezelfde oceaan uit niets anders dan water bestaat. De letterlijke betekenis van non-dualiteit is ‘niet-twee’. Zoals eerder beschreven is die aanduiding niet toevallig, maar een poging om de mind te beletten zich een voorstelling te maken van het Ene Gewaarzijn waar het naar verwijst. Met de term ‘niettwee’ bemoeilijken wij het de mind om tot een slotsom te komen, een conclusie te trekken. Het is juist die open onbepaaldheid die de waarheid van non-dualiteit het dichtst benadert.
De ongrijpbaarheid op zowel fysiek als mentaal niveau van non-duaal Bewustzijn staat de ervaring ervan echter niet in de weg. Alles wat we waarnemen, voelen, denken en doen, is in essentie zowel de bron als de uitdrukking van dit Ene non-duale Bewustzijn. We kunnen er altijd bij terugkeren, erin rusten, het herkennen en ons op een diep niveau herinneren dat dit het is waar we altijd naar op zoek waren. We kunnen weten van het bestaan, zonder in staat te zijn om precies te zeggen wat het is. Waar non-dualiteit naar verwijst, is de paradox en het mysterie van Eenheid, het ‘niet-twee’ dat zich manifesteert als de veelheid en de totaliteit van alles wat bestaat en dus ook van onszelf. Dat is zelfrealisatie, de realisatie van onze aard.
Geheime leer
Uiteenlopende spirituele tradities bevestigen deze Wijsheid en benadrukken de eenheid van ’God ’en de wereld, van Bewustzijn en de uitdrukking ervan in materie. We vinden die gedachte terug in het hindoeïsme, het boeddhisme en in de mystiek van het christendom. In de Taittiriya Upanishad, ongeveer 2500 jaar oud en deel uitmakend van de Vedanta-filosofie (hindoeïsme), is het complete scheppingsverhaal met enkele pennenstreken neergeschreven. Expliciet wordt hier beschreven hoe de schepping zichzelf schiep. Daardoor is alles wat geschapen is, zowel een uitdrukking van de schepper als de schepper zelf. Met die realisatie overstijgen we het duale denken. We zien de eenheid van materie en van energie, van de schepping én het feit dat wij ons daarvan bewust kunnen zijn.
‘Hij, de Opperste Ziel, dacht: “ik wilde dat ik vele was; ik zal Mij voortplanten.”
In de hitte van Zijn meditatie schiep Hij alles.
Alles scheppende, trad Hij alles binnen; alles binnengaande nam Hij vorm aan, bleef evenwel vormloos, nam Hij grenzen aan, bleef evenwel grenzeloos, maakte Hij zich een tehuis, bleef evenwel zonder tehuis.
Schiep kennis en onwetendheid, werkelijkheid, onwerkelijkheid, werd alles.
Daarom is alles werkelijkheid. In den beginne was er geen schepping, toen kwam de schepping.
Hij schiep zichzelf uit Zichzelf. Daarom wordt Hij Zelf-Schepper genoemd.’
– Taittiriya Upanishad-
Non-dualiteit – de realisatie dat alles Eén is, geen twee – is terug te vinden binnen de esoterische stromingen van alle grote spirituele tradities. Het is de advaita vedanta van het hindoeïsme, dzogchen in het boeddhisme, het gnosticisme van het christendom, soefisme binnen de islam en de kabbala in het jodendom.
Alexander Zöllner
Moeiteloos Geluk
Uitgeverij Samsara