Lief mens,
Vandaag weer een bijzonder mooie en rijke tekst. Deze keer geschreven door Abdulwahid van Bommel. Eén van de vaste columnisten van de kracht van Liefde.
Eén waarschuwing😊, er staat zoveel moois in dat het bijna teveel is voor één keer.
Misschien een idee om voor elke aankomende week een regel te nemen om daarop te mediteren of die te beoefenen?
Mijn regel voor de komende week is de derde van onderen.
Het mooie van deze tekst is ook dat het kijken als Rumi’s ogen in alle stromingen terug komt, als het kijken met de ogen van Boeddha, Jezus of Liefde.
En dat is niet voor niets.
Hele mooie zomerweken gewenst!
Rumi worden
Begin mei werd ik eraan herinnerd dat er een Rumi-jaar zat aan te komen dat Liefde in tijden van crisis heette. Daarom ontving ik een uitnodiging voor een lezing en dialoog met de 22e generatie kleindochter van Rumi: Esin Çelebi Bayru, op vrijdag 12 mei 2023.
Met geen mogelijkheid zou ik kunnen achterhalen wiens 22e generatie kleinzoon ik ben. Ook de rest van mijn familiebeleving is nogal verwaterd. Dus het inschatten van de waarde van een bloedband met Djalâlu’d-Dîn Rumi, die acht eeuwen overkoepelt, is voor mij geen kleinigheid. Toch was de ontmoeting met de achterkleindochter van Rumi een aangename ervaring.
In de ruime achterkamer van het Yunus Emre Instituut in Amsterdam, zat een beschaafde dame. Als een klein jongetje kuste ik haar hand en bracht mijn voorhoofd op haar hand. In de Turkse cultuur de traditionele handkus voor iemand die je respecteert. Tijdens haar lezing kwam ze rustig en evenwichtig over. You’re once, twice, three times a lady, dacht ik. Na afloop van een nogal uitgebreid programma werd ik gevraagd ook iets te zeggen. Onderstaande tekst is daar een korte samenvatting van.
‘Rumi worden’ wil niet zeggen, hem steeds citeren. Of je precies gedragen zoals hij. Of alsmaar om je as draaien in spirituele dronkenschap. Het is eerder waarnemen zoals hij. Mijmeren zoals hij. Jezelf, de Schepper en de schepping ervaren zoals hij.
Voor zijn einde sprak rabbi Sussja: ‘In de komende wereld zal men mij niet vragen: Waarom ben je Mozes niet geweest? Ze zullen mij vragen: Waarom ben je Sussja niet geweest?’ (Martin Buber, Chassidische vertellingen. 1998. Bldz. 273).
Hoewel het erg modieus spiritueel klinkt is het dus misschien jezelf worden vanwege Rumi. De Turkse fotograaf, Celalettin Günes, schrijft bijvoorbeeld ’in de geest van Rumi’ het volgende.
Mijmeringen bij stromend water
‘In al het natuurlijke zit een goddelijke adem.
De manier waarop de kleuren van bloemen
overvloeien van rood naar wit en van wit naar groen …
elk moment geeft opnieuw een subtiele pracht;
een charme die ons de reis naar de schoonheid
van haar scheppingsgeschiedenis biedt.
Eigenlijk lijkt alles in wezen op elkaar
wat we tijdens de scheppingsperiode aandachtig bekijken.
Ononderbroken stroomt het leven…
Wat ons ervan toevalt, vult onze handpalmen…
Wat we doen met liefde heeft een vermogen
dat net zo woordeloos werkt als de magie
van het moment dat je verliefd wordt;
maar dan misschien niet op een mens
maar vanwege de mens op de Schepper.’
En de in 2011 overleden Turkse zanger, Kivircik Ali, zong de volgende woorden:
‘Spin mij uit de dunste draden
houd van mij en baar mij opnieuw
roep mij vanuit hart en ziel.
Mijn lied is een ander lied,
ik zing mijn lied tot de liefde.
Mijn huis en familie ben ik verloren
breng mij een vredesgroet en laat het ochtend worden,
breng mij een vredesgroet en laat de zon opkomen,
breng mij een vredesgroet en laat mij glimlachen…’.
De werken die we doen, de woorden die we zeggen, de reizen die we maken, vinden altijd plaats in het kader van je relatie met je Schepper en die met mensen.
De laatste woorden zijn van de meester:
‘Laat je stilzwijgend trekken door de vreemde aantrekkingskracht van waar je echt van houdt. Het zal je niet op een dwaalspoor brengen. Er is een kaars in je hart, klaar om ontstoken te worden. Er is een leegte in je ziel, klaar om gevuld te worden. Je voelt het toch?
Iedereen is gemaakt voor een bepaald werk, en het verlangen naar dat werk is in elk hart gelegd. Waarom klop je op elke andere deur? Klop op de deur van je eigen hart. Ik keek in tempels, kerken en moskeeën. Maar ik vond het goddelijke in mijn hart. Liefde rust op geen enkel fundament. Het is een eindeloze oceaan, zonder begin of end. Afscheid nemen is alleen voor degenen die liefhebben met hun ogen. Want voor wie met hart en ziel liefheeft, bestaat er niet zoiets als afscheid.
Wees er zeker van dat er in de religie van liefde geen gelovigen of ongelovigen zijn. Liefde omarmt alles. Jij bent de ziel van de ziel van het universum en je naam is liefde. Blijf je hart breken totdat het opent. Ze zeggen dat er een deuropening is van hart tot hart, maar wat is het nut van een deur als er geen muren zijn?’ (Rumi, Masnawî).
Abdulwahid van Bommel