Wel in de wereld maar niet van de wereld

Lief mens,

Vandaag, midden in de Ramadan tijd vind je hieronder een bijzondere tekst van Abdulwahid van Bommel. Abdulwahid schrijft vanuit het soefisme, alhoewel hij vandaag prachtig laat zien dat het begrip ‘In de wereld, maar niet van de wereld’, in alle stromingen voorkomt.

Mocht je nu denken, dit onderwerp ken ik vanuit de vorige tekst, dan heb je helemaal gelijk. Het bijzondere wil, dat ik de vorige keer dit onderwerp had gekozen en nog dezelfde dag ontving ik van Abdulwahid een tekst die hij al had geschreven voordat mijn tekst verscheen!! Met eveneens de titel ‘Wel in de wereld maar niet van de wereld’. Hoe bijzonder is dit, dat we zonder dat we het van elkaar wisten, uit duizenden mogelijkheden, hetzelfde onderwerp kozen.
Het lijkt zoals Abdulwahid aangaf, wel een vraag en antwoord spel. Met in zijn tekst het mooie antwoord ; ‘Niet van de wereld, omdat mijn hart al in beslag is genomen.’

Ik wens je veel leesplezier om te ontdekken waardoor het hart in beslag is genomen.

Wil je praktische handvaten om minder ‘van de wereld te zijn’, op 15 en 29 april geef ik een minicursus stress reductie bij de Zeeuwse Volksuniversiteit in Middelburg, waarbij je je hart ritme gebruikt om minder stress hormonen aan te maken! Je ervaart hierdoor meer rust en het dat is weer behulpzaam om te kunnen ervaren wie je werkelijk bent.
Meer informatie daarover vind je bij de agenda van de kracht van Liefde.

In de wereld, maar niet van de wereld door Abdulwahid van Bommel.

Meester Eckhart heeft gezegd: ‘Al gaat iemand op in zo’n hoogstaande geestelijke vervoering dat hij het niveau van de meest verheven heiligen bereikt, terwijl hij weet dat een ziek mens een kop soep verlangt, dan is het beter die hoogstaande mystieke staat te verlaten en de zieke een kop soep te gaan brengen. Misschien is dat het stadium dat aan dat van volledige absorptie in Nirwana voorafgaat. Waarin Boeddha zich van Nirwana afwendt met de eed dat hij geen uiteindelijke vrede wil bereiken, of alle andere levende wezens moeten dat samen met hem doen. Hij doet dat echter in een staat van Afgescheidenheid, omdat hij ervan overtuigd is dat er bestaan noch niet-bestaan is, dat er vrede noch illusie is, dat er verlossing noch verlossers zijn; waarheid noch consequenties. Afgescheidenheid is een welbewust afscheid nemen van gewoonten en vanzelfsprekendheden van onze cultuur.

Misschien moeten we vanuit de moslimmystiek zeggen, een vooruitziende compassie heeft tenslotte als gevolg dat je de oppositie wordt, tegenover het sociale systeem dat voorkomt dat die compassie wordt vervuld. Of, zoals ‘mijn soefi orde’ als een van de belangrijkste credo’s huldigt: ‘Chalwat dar andjuman. ‘Afzondering in de menigte.’ Van binnen met Allah, uiterlijk met de mensen. De wereldse uiterlijke bezigheden nemen het innerlijk niet in beslag, want dat wordt al in beslag genomen door de inspiratiemotor voor mijn altruïsme, maatschappelijke betrokkenheid en sociaal verantwoord ondernemen: Allah.

Dit wil ik toelichten met enkele citaten uit het werk van Dorothee Sölle.[i] 

Zij zegt over het in elkaar opgaan van Rumi en zijn leermeester Sjams Tabrîzi: ‘De ziel verliest in God haar naam, zoals de rivier die in de zee stroomt: De extase die beiden weken en maanden hebben beleefd, heeft verschillende oude vormen van hun leven getranscendeerd, dat wil zeggen ontmaskerd, bevrijd, opgeheven in een aan gene zijde van (‘trans’) de bekende wereld liggende toestand. Ze worden naamloos.’

Over een mystica zegt zij:
‘Ze was niet meer Ursula Brangwen, ze was VROUW, alles omvattend, universeel. Hoe zou ze nog de grenzen van de individualiteit kunnen aanvaarden?’

Dit waren een paar woorden, om Sölle te introduceren, voor zover nodig. Over haar uit mystiek voortkomend verzet zegt zij: ‘Mystiek en transformatie staan voor mij in onlosmakelijke samenhang. Zonder economische en ecologische gerechtigheid, ook wel ‘ecojustice’ genoemd, zonder Gods bijzondere voorlief­de voor de armen en voor deze planeet, lijkt mij het Godsver­langen, het hartstochtelijk streven naar het één worden, een atomistische illusie.

Kunnen bezitten en zich kunnen verwonderen lijken mij zaken die elkaar wederzijds uitsluiten; verbazing of verwondering is een manier om God te loven, ook als zijn naam niet wordt genoemd.


[i] Dorothee Sölle, Mystiek en verzet; ‘Gij stil geschreeuw’. Ten Have. Baarn.

Meer lezen?